maandag 3 december 2012

Advent

Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken de bruidegom tegemoet. – Mattheüs 25: 1 (NBV) 

De adventstijd is weer begonnen. We leven in afwachting, we bereiden ons voor. Maar waarop?

In de eerste plaats op het komende kerstfeest: We denken na over wat het Christusfeest voor ons betekent. We bereiden ons op allerlei manieren voor om de geboorte van Jezus te vieren. Dat is de eerste betekenis van advent.

Maar daaruit volgend en daarboven uitstijgend is advent de tijd van de verwachting van de wederkomst van Christus. We bereiden ons voor om de Bruidegom te kunnen verwelkomen. Vanuit het bijbelgedeelte van Mattheüs 25, de gelijkenis van de vijf dwaze en de vijf wijze meisjes, wil ik een paar gedachten kwijt.

1. Advent vieren doe je SAMEN. De tien meisjes trokken er samen op uit. In deze donkere wereld red je het alleen niet, het is te gevaarlijk. Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi (1 Petrus 5:8).

2. De olie in de lampen kan opraken. De komst van de bruidegom laat op zich wachten. Daarom moet er reserveolie worden meegenomen. Geestelijke reserves, zou ik ze willen noemen, reserves om de adventstijd door te komen, om het wachten vol te houden. Geestelijke reserves die worden gevormd door allerlei verschillende activiteiten in de gemeente: door prediking, door getuigenissen, door zang en muziek, door bijbelstudie en gebed …

3. De komst van de bruidegom laat op zich wachten. Alle tien meisjes vallen in slaap. De gemeente van Christus staat niet altijd op haar post. Toch weerhoudt dat de Bruidegom niet om te komen. En de meisjes met de reserveolie zijn er klaar voor: Hoera, de bruidegom komt eraan!!

4. PS De gemeente van de toekomst zie ik elke zondagmorgen langs mij heen komen/rennen: een grote schare kinderen op weg naar de zondagsschool om geestelijke reserves op te bouwen onder leiding van een groot aantal leiders en leidsters. Wat een rijkdom: dat zoveel mensen van jongere generaties worden toegerust om de Bruidegom op te wachten en te zijner tijd Hem tegemoet te gaan.

In wens u allen – oud en jong samen – een goede wacht.

dinsdag 27 november 2012

De Heer is nabij!

Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden. – Filippenzen 4:6 (NBV).

Je zorgen maken, piekeren over van alles en nog wat. Daar kun je hele dagen druk mee zijn. Want het leven is verre van eenvoudig.

Tobben over je kinderen: over hun doen en laten, over de risico’s die ze lopen, hun gedrag, hun toekomst.
Je zorgen maken over je financiën: krijg ik die baan, houd ik die baan?
Lijden onder onrecht, onder depressiviteit, onder je handicap.
Gebukt gaan onder pijn en verdriet.
En zo kan ik – en kunt u – de lijst uitbreiden.

En let wel, het zijn geen onbelangrijke dingen, waarover we ons zorgen kunnen maken. Het zijn gaan fantasieën van een zwartkijker, tegen wie je zou willen zeggen: Kom op joh, zie het leven niet zo somber in. Nee, er zijn meer dan genoeg reële problemen in ons leven om er een waslijst mee te vullen.

En dan toch zo’n prikkelend zinnetje: ‘Wees over niets bezorgd’. Is dat niet een dwaas advies? Of een zin waarmee men zich van jouw problematiek wil afmaken? Zo van: geen zorgen voor de dag van morgen, en dan vlug doorlopen zodat je er zelf geen last meer van hebt.

Zo is het niet bedoeld in de Bijbel: er staan namelijk nog wat woorden rondom dat zinnetje ‘wees niet bezorgd’. Allereerst: ‘De Heer is nabij.’ De concrete belofte dat God niet wegloopt van onze problematiek, maar dat Hij erbij blijft, ja, dat Hij bij jou blijft. Wat ons ook overkomt, Hij zal bij je zijn, Hij zal je serieus nemen.

En na de woorden over bezorgd zijn, staat er iets over communicatie. ‘Bid en dank’. Blijf niet alleen tobben, maar betrek God bij je problematiek, maak het met Hem bespreekbaar. En dank Hem voor alle zegeningen, die het leven ook in zich bergt. Dank Hem voor zijn heil, zijn genade, zijn toekomst.

Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus bewaren. Toch geen zorgen, want het is God Zelf die ons ondersteunt, ja, ons draagt door het leven heen.

donderdag 6 september 2012

Gegrepen

Omdat ik ook door Christus gegrepen ben – Filippenzen 3:12 (NBG51)

Er zijn wel eens momenten in je leven, dat je het allemaal niet ziet zitten: de omstandigheden zitten tegen; de mensen om je heen snappen je niet; je bent overal op uitgekeken…

In zo’n situatie ben je soms ook uitgekeken op de gemeente, op je geloof. Datgene dat je tot dan toe heeft geïnspireerd, je – letterlijk – heeft bezield … het doet je allemaal niets meer.

Hoe komt het zover? Ik denk dat het vaak een opeenstapeling van factoren is: bijvoorbeeld én stress op je werk én ziekte in je gezin. Of: een ‘dip’ in de gemeente en tegelijk problemen in je huwelijk. Soms is het – menselijk gesproken – gewoon te veel en duren sommige nare zaken ook te lang.

En alle goed bedoelde raad en troost, als ze al geboden worden, werken averechts. Je denkt dan: ‘ze’ snappen me toch niet … en ‘ze’ hebben makkelijk praten … En de meest kwellende gedachte: God snapt me ook niet, want anders …

Hoe kom je toch verder? Ik weet het niet precies. Het zal bij u anders gaan dan bij mij. Maar één ding wil ik graag aan u doorgeven: het bestaat uit het woord boven aan dit stukje: GEGREPEN.

Ik geloof dat Christus mij met zijn liefde vastgegrepen heeft en mij nooit meer loslaat. Hoe ik ook tegenstribbel, protesteer en worstel – met mezelf, met anderen, met omstandigheden, met God – God houdt mij vast, onvoorwaardelijk, trouw aan zijn verbond. Ik zeg niet, dat ik het – of Hem! – gegrepen heb, laat staan dat ik het begrepen heb. Integendeel! Mijn kracht schiet tekort om Gods handelen in mijn leven te begrijpen.

Maar ik BEN gegrepen, door Christus, door God.

En op den duur ga je dat toch weer ervaren en kun je weer verder … TOCH!

maandag 2 juli 2012

Wat ziet God in ons?

Gij zijt echter een uitverkoren geslacht,
een koninklijk priesterschap,
een heilige natie,
een volk Gode ten eigendom,
OM DE GROTE DADEN TE VERKONDIGEN
van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft
tot zijn wonderbaar licht.

1 Petrus 2:9

Wat ziet God toch in ons? Hierboven staat het: uitverkorenen, priesters met een koninklijke status, Gods eigen, heilige volk!

Met die waardigheid heeft Hij ons bekleed. Tot dat volk behoren wij als wij geloven dat de Here Jezus voor onze zonden is gestorven (Goede Vrijdag) en dat Hij is opgestaan uit de dood (Pasen). Die positie ligt vast in het Nieuwe Verbond van Christus met ons, zonder tegenprestatie van onze kant. We mogen God 'papa' noemen, ook al voelen wij ons de verloren zoon of dochter.

We mogen tegen de wereld en tegen de duivel zeggen: 'Ik ben geadopteerd door God en ik draag daarom zijn naam. O ja, zeker, ik leefde in de duisternis en ik zag geen enkele kans om daaraan te ontsnappen, maar, Gode zij dank, heeft Hij mij geroepen en naar het licht geleid.'

Als we dat weer dóór krijgen, als we daar weer van gaan genieten, dan komen de groot gedrukte woorden 'OM DE GROTE DADEN TE VERKONDIGEN' ook weer in het juiste licht te staan. Niet als loodzware opdracht, waaraan we ons vertillen, maar als een vanzelf-sprekende manier van leven. Dan gaan we leven als verloste mensen, als mensen die iets uitstralen van Christus' liefde, die doen wat Jezus ons voordeed, die praten zoals de Geest het ons ingeeft.

Dan wint de vrede van Jeruzalem, de shalom, in deze wereld en in Gods gemeente steeds meer terrein.

woensdag 16 mei 2012

Dag van de K(r)oning


Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods majesteit. - Hebreeën 1:3 (NBV)

Wanneer zou prins Willem Alexander koning worden? Wanneer zou hij op de troon van Nederland plaatsnemen? Bij allerlei gelegenheden, zoals op 30 april, wordt daar druk over gespeculeerd. Wat een spectaculair gebeuren zal dat worden! Al die hoogwaardigheidsbekleders en buitenlandse gasten die samenkomen rondom de eedaflegging! Tijdens de rijtoer zal hij door het volk worden toegejuicht. Wat een feest zal dat zijn!

Hemelvaartsdag is precies zo’n dag. De dag van de kroning van Jezus Christus. De dag dat Christus ten hemel voer om het koningschap op zich te nemen.

Met Pasen was Hij opgestaan en daarmee bewees Hij dat Hij had overwonnen, dat Hij – zoals het in Hebreeën 1 staat – de reiniging van de zonden had voltrokken. Na veertig dagen keerde Hij zegevierend terug naar de hemel en nam daar plaats op de troon. Wat een geweldig gebeuren moet dat zijn geweest. Al die engelenscharen en al die heiligen die neerknielden voor de nieuwe koning. Wat een gejuich en wat een spreekkoren zullen er geklonken hebben. Want de Zoon van God nam plaats op de troon!

En wij, hier op aarde, mogen dat feest ieder jaar meevieren. Met Hemelvaartsdag mag de vlag uit: voor Christus, onze Koning!

dinsdag 1 mei 2012

De liefde …


Zij kwetst niemands gevoel,
zij zoekt zichzelf niet,
zij wordt niet verbitterd,
zij rekent het kwade niet toe.

1 Korinthiërs 13:5 (NBV)

Liefde: het mooiste en moeilijkste onderwerp in de Bijbel!

Het mooiste, want we hebben wel door dat zonder liefde er geen menswaardig leven mogelijk is. Zonder liefde wordt de samenleving tot een jungle, waar iedereen ‘op scherp’ staat en waar het recht van de sterkste geldt. Zonder liefde worden onze gezinnen tot lege omhulsels, waarin man en vrouw opstaan tegen elkaar, ouders en kinderen elkaar het leven zuur maken.

Zonder liefde is de gemeente een verzameling mensen die – oppervlakkig gezien – samen op weg zijn naar Gods toekomst, maar in feite ieder op eigen houtje op reis zijn. Het lijkt om een file tijdens de vakantie: auto’s die weliswaar dezelfde kant op rijden, maar ieder op zichzelf en elkaar in de weg zittend. Op zoek naar eigen ‘ruimte’, eventueel ten koste van de anderen.

In het dertiende hoofdstuk van de eerste brief aan de Korinthiërs wordt een alternatief geboden, een nieuwe levensstijl met als kernwoord: liefde. Liefde als bewuste keuze, als wapen tegen wat hierboven beschreven staat. Liefde die maakt dat je bewust kiest om zorgvuldig om te gaan met de gevoelens van de ander. Die tegenover egoïsme de daad stelt om niet enkel zichzelf te zoeken, maar ook te letten op het belang van de medemens. Liefde die je in staat stelt om te blijven weigeren kwaad met kwaad te vergelden. Liefde die het kwade niet toerekent en die niet verbitterd zelf afhaakt.

Liefde: het mooiste en moeilijkste onderwerp in de Bijbel! Het moeilijkste, want die liefde kunnen we uit onszelf niet opbrengen. Gelukkig is die liefde wel verkrijgbaar op het Hoogste Adres: bij Christus zelf.

woensdag 18 april 2012

Het mooiste seizoen ooit!

Eén in streven … Filippenzen 2:2

Het mooiste seizoen ooit, zo luidt de reclameboodschap van het nationale voetbalelftal.

De boodschap is duidelijk: deze keer gaat het lukken, nu worden we kampioen. Onze voetballers gaan ervoor. En de supporters worden opgeroepen achter hun ploeg te gaan staan.

Het elftal streeft naar het kampioenschap. Het traint daarvoor. Elk teamlid doet dat individueel, maar het belangrijkste is toch het samen oefenen. Want daarin ligt de kracht van het elftal, dat ze samen toeleven naar de wedstrijden. Zij hebben één doel waar zij naar streven: de top, het kampioenschap. En alleen samen kunnen ze dat doel bereiken.

Is er in onze gemeente ook zo’n teamspirit? Hebben we ook een gemeenschappelijk doel, een gemeenschappelijk streven?

Laten we eens kijken wat Paulus – onze ‘coach’ – daarover te zeggen heeft. In de brief aan de Filippenzen schrijft hij dat hij gelukkig is met de inzet van de gemeenteleden. Hij prijst hen om hun bereidheid voor de goede zaak – Christus! – te strijden en te lijden. In hoofdstuk 2 zegt hij dan vervolgens: maak mij volmaakt gelukkig door één te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.

Eén in streven, dat betekent dat je een gemeenschappelijk punt hebt waar je samen naar toe wilt. Alle neuzen dezelfde kant op, zouden we nu zeggen.

Eén zijn: dat betekent samen op weg zijn, intensief op elkaar betrokken. Dat betekent ook je teamgenoten waarderen en stimuleren. Samen streven naar hetzelfde doel, met elkaar onderweg zijn, elkaar opvangen en ondersteunen – ook in de geestelijke strijd loop je een risico om geblesseerd te raken. Samen streven naar hetzelfde doel, alleen dan kunnen we ‘kampioen’ worden. Dan wordt het: het mooiste seizoen ooit!

woensdag 4 april 2012

Sterrenstatus

Jezus nam de gestalte van een slaaf aan en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. - Filippenzen 2:7,8 (NBV) 

Nederigheid is niet een erg trendy woord. In de maatschappij waarin we leven draait het veel meer om stoer en sterk en mooi.

We kunnen kijken naar zogenaamde reality-programma’s, waarin we tot in de slaapkamer mogen meekijken hoe geweldig de desbetreffende BN'er het leven voor elkaar heeft. We kijken naar programma’s waarin we volledig op de hoogte gehouden worden van de glitter en de glamour van hen die sterren worden genoemd.

Maar ondanks deze populariteit hebben wij gekozen voor Jezus, de man van smarten, de Zoon van de Allerhoogste. We zijn we achter een man aan gegaan, die het tegengestelde is van al die sterren. Hij heeft zijn sterrenstatus afgelegd en is slaaf geworden, een nietswaardige, een loser in de ogen van de mensen.

Hij is gehoorzaam aan God geworden tot in de dood, de dood aan het kruis. Om zo de eenzaamheid van de god-loosheid op te heffen voor jou en mij.

Dat is Goede Vrijdag.

Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat. - Filippenzen 2:9.

Juist de absolute gehoorzaamheid aan God maakte dat Jezus door Hem werd uitgeroepen tot de absolute topper, tot de ster boven alle sterren. Hij is opgewekt uit de dood. Hij leeft. Als we dat geloven, mogen we tot in eeuwigheid samen met God leven.

And the winner is…. Jezus!!!

Dat is Pasen

maandag 26 maart 2012

De aardse tent

Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin we wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. – 2 Korinthiërs 5:1 (NBV)

Kamperen: een tentje op de Veluwe. Geweldig … zo lang het mooi weer is. Maar o wee als het begint te regenen en vooral als het blijft regenen: natte voeten, natte spullen, kortom armoe lijden! Wat heerlijk als je dan thuiskomt in je eigen huis, heerlijk droog en warm. (Wat een armoede als zo’n tent je enige home is en voor miljoenen mensen is dat het geval!)

Met dat tentje wordt ons lichaam vergeleken. Je kunt erin wonen en zolang je gezond en mooi bent, heeft het wel zijn charme en genieten we ervan. Maar vroeger of later komt het moment dat het ‘mooie weer’ voorbij is of dat ons tentje begint te slijten en dan wordt het ‘armoe lijden’. Ook velen in onze gemeente hebben daar dagelijks mee te maken: door ouderdom, door lichamelijk of psychisch lijden merken ze dat de aardse tent wordt afgebroken.

Wat is het dan goed om te kunnen uitzien naar een eeuwig huis, niet door mensen ontworpen en gemaakt, maar door God zelf geconstrueerd. Een huis dat tevens ons thuis zal zijn: we zijn er van harte welkom!

En tot we naar huis kunnen, geeft God ons zijn Geest als onderpand (2 Korinthiërs 5:5) om ons moed te geven om door te gaan. En niet te vergeten: mensen om ons heen voor een steuntje in de rug, een helpende hand, een bemoedigend woord …

maandag 19 maart 2012

Geloof, kleingeloof, ongeloof


Vijf confrontaties met Jezus Christus in Marcus 4:35 tot en met Marcus 6:6 (NBV). 

Vijf geschiedenissen van Jezus met mensen. Ik zet ze voor u op een rijtje met de reacties van de mensen erbij.

1. De storm op het meer. Jezus gebiedt de storm te gaan liggen en vraagt aan de discipelen: ‘Waarom die schrik? Geloven jullie nog steeds niet?’

2. De geestenuitdrijving van de man in het land der Gerasenen. De geesten storten zich in een kudde varkens, die daarop verdrinken in het meer. De omstanders vragen Jezus dringend te vertrekken.

3. De genezing van een vrouw die aan bloedverlies leed. ‘Als ik alleen maar zijn kleed aanraak, dan ben ik genezen’, geloofde ze. En het was zo.

4. De genezing van het dochtertje van Jaïrus. Toen Jaïrus bericht kreeg van het overlijden van zijn dochter zei Jezus: ‘Wees niet bang, blijf geloven’.

5. In Nazareth, zijn vaderstad, kon Jezus geen wonderen doen vanwege het ongeloof van zijn stadsgenoten.

Wat een verschillende reacties krijgt de Heer te verwerken: reacties van groot geloof, kleingeloof en ongeloof, reacties van toewijding en afwijzing. En dat allemaal in een tijdsbestek van enkele dagen.

Het bijzondere is dat ik veel van die reacties herken in mezelf: het ongeloof, het kleingeloof en het grote geloof, ze maken allemaal deel uit van mijn bestaan.

En ik kan met al die gevoelens bij Jezus terecht: Goddank!!

woensdag 14 maart 2012

Ik ben toch niet gek ...?!

De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. (…) … want het dwaze van God is wijzer dan mensen. – 1 Korinthiërs 1:18 en 24 

Aan bovenstaande reclameboodschap van een grote mediaketen moest ik denken toen ik in de eerst brief aan de Korinthiërs zat te lezen. In het eerste hoofdstuk van deze brief wordt de goddelijke wijsheid tegenover de wijsheid van mensen gezet. In deze weken voor Goede Vrijdag en Pasen is het goed om het grote verschil nog weer eens op ons af te laten komen.

De wijsheid zoals de wereld die verkondigt, spreekt over geld en macht, over spullen die we niet (zouden) kunnen missen. Het gaat om groter en beter, nieuwer en sneller. Als je daar tegenover de lijdensgeschiedenis zet, dan zou je inderdaad de reactie ‘Ik ben toch niet gek’ kunnen verwachten. Want wat zijn de elementen van het evangelie van de lijdende Christus? Ik noem er een paar.

God ziet de mensen te gronde gaan. Ondanks alle vooruitgang en vernieuwing blijft de boodschap klinken dat we allen op een heilloze weg zitten, dat we allen verloren gaan door de macht van de zonde.

Maar God wil deze ondergang niet. Daarom stuurt Hij zijn Zoon naar de aarde om door zijn plaatsvervangend lijden en sterven aan het kruis de mensen te verlossen uit de macht van de zonde.

Wie dat gelooft, wordt gered, wordt bevrijd.

Wat we werkelijk niet kunnen missen, zijn Gods vrede en Gods liefde voor de wereld in zijn geheel en voor ons persoonlijk.

Laten we zo naar Goede Vrijdag en Pasen toeleven en zeggen: Ik ben toch niet gek?

(Of toch wel een beetje …?!)