dinsdag 1 juli 2014

Ik ga op reis en ik neem mee ...

Ik ga op reis en ik neem mee ... een  doosje pleisters ... een flesje energiedrank ... een mobieltje ... een ... uhh ...

Ja, de vakanties komen er weer aan. De gemeente valt weer uiteen in vele delen. En al die delen gaan zelfstandig hun weg door Nederland, door Europa en misschien nog wel verder. En allemaal zullen we nieuwe mensen tegenkomen. Mensen met hun eigen gewoonten, hun eigen taal, hun eigen geschiedenis. Hoe zullen we deze nieuwe, nog onbekende mensen tegemoet treden?

Dat zal verschillen van persoon tot persoon. De meeste contacten zullen zo oppervlakkig zijn dat er nauwelijks sprake kan zijn persoonlijk contact. We vliegen  letterlijk of figuurlijk aan elkaar voorbij. Andere contacten zullen zich beperken tot een  hallo of goedendag of tot een kort praatje, bijvoorbeeld tijdens de afwas op een camping.

Maar zo nu en dan is er echt een dieper contact, is er sprake van een ontmoeting van hart tot hart. Iemand die dichtbij komt, die je helpt met het oplossen van een probleem of die tussen al die duizenden vakantiegangers toch alleen is en een luisterend oor nodig heeft. Of die samen met u een gezamenlijke belevenis heeft.

In Lucas 10 kom ik ook zulke verschillende contacten tegen. Er is sprake van een reiziger met een pijnlijke belevenis. Hij was op reis, maar is door een groep struikrovers overvallen. Hij ligt zwaargewond op de grond. Er komen medereizigers voorbij. Allereerst een bijbelgeleerde, een priester. Hij ziet de gewonde reiziger liggen, maar maakt geen nauwer contact: hij gaat er met een boog om heen. Een tweede reiziger doet hetzelfde en gaat aan de overzijde voorbij. Een derde reiziger ziet hem ook liggen, maar hij raakt bewogen met de overvallen reiziger: hij gaat naar hem toe, verbindt zijn wonden, zet de man op zijn eigen ezel en brengt hem naar een herberg. Hij stelt zich financieel garant voor de onkosten van de verpleging.

Vragen:
1. Welke reiziger  kreeg de vuilste handen?
2. Welke reiziger was netjes op tijd thuis?
3. Wie had thuis het meest interessante verhaal?
4. Met wie ontstond er werkelijk contact?

Het zou goed zijn om met een open oog, maar meer nog met een open hart op reis te gaan.
Dan loop je het risico dat het allemaal wat anders loopt dan je gepland had, maar ook dat je iemand zal ontmoeten die 'gaandeweg' blijkt je naaste te zijn.

Ik ga op reis en neem mee: een pakje pleisters … een flesje energiedrank ... een mobieltje
... uhh ... o ja een BIJBEL!

Een goede reis.