Het mooiste seizoen ooit, zo luidt de reclameboodschap van
het nationale voetbalelftal.
De boodschap is duidelijk: deze keer gaat het lukken, nu
worden we kampioen. Onze voetballers gaan ervoor. En de supporters worden
opgeroepen achter hun ploeg te gaan staan.
Het elftal streeft naar het kampioenschap. Het traint
daarvoor. Elk teamlid doet dat individueel, maar het belangrijkste is toch het
samen oefenen. Want daarin ligt de kracht van het elftal, dat ze samen toeleven
naar de wedstrijden. Zij hebben één doel waar zij naar streven: de top, het
kampioenschap. En alleen samen kunnen ze dat doel bereiken.
Is er in onze gemeente ook zo’n teamspirit? Hebben we ook
een gemeenschappelijk doel, een gemeenschappelijk streven?
Laten we eens kijken wat Paulus – onze ‘coach’ – daarover te
zeggen heeft. In de brief aan de Filippenzen schrijft hij dat hij gelukkig is
met de inzet van de gemeenteleden. Hij prijst hen om hun bereidheid voor de
goede zaak – Christus! – te strijden en te lijden. In hoofdstuk 2 zegt hij dan
vervolgens: maak mij volmaakt gelukkig door één te zijn, één in liefde, één in
streven, één van geest.
Eén in streven, dat betekent dat je een gemeenschappelijk
punt hebt waar je samen naar toe wilt. Alle neuzen dezelfde kant op, zouden we
nu zeggen.
Eén zijn: dat betekent samen op weg zijn, intensief op
elkaar betrokken. Dat betekent ook je teamgenoten waarderen en stimuleren.
Samen streven naar hetzelfde doel, met elkaar onderweg zijn, elkaar opvangen en
ondersteunen – ook in de geestelijke strijd loop je een risico om geblesseerd
te raken. Samen streven naar hetzelfde doel, alleen dan kunnen we ‘kampioen’
worden. Dan wordt het: het mooiste seizoen ooit!