dinsdag 4 juni 2013

Bidden en danken

Wees over niets bezorgd,
maar vraag God wat u nodig hebt
en dank hem in al uw gebeden.
Dan zal de vrede van God,
die alle verstand te boven gaat,
uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.
Filippenzen 4:6 en 7

Uw hart en gedachten bewaren, wat een vreemde uitdrukking eigenlijk. Als je die zin een paar keer achter elkaar leest, dan borrelen er allerlei vragen bij je op. Vragen zoals:
- hoe kun je harten en gedachten bewaren?
- kun je ze ook kwijtraken en waaraan dan?

O ja, je hart verliezen, dat zeg je als je verliefd bent, maar dat wordt hier niet bedoeld. Er staat in het Grieks een woord dat 'goed houden, conserveren' betekent. Je hart en je gedachten kunnen dus aan slijtage of verval onderhevig zijn. En dat kom je in het leven ook wel tegen: verbittering en achterdocht, negativiteit en egoïsme, die zo structureel zijn dat ze je van binnen ziek maken. En je komt ze tegen: de mensen die hun harten zo verhard hebben, dat ze hun omgeving geestelijk vervuilen. Ze vergallen de levens van henzelf en van hun naasten door hun houding, door hun zwijgen en door hun spreken.

Om deze geestelijke vervuiling tegen te gaan, moeten je hart en je gedachten bewaard worden in Christus Jezus. Om in dit leven gezond van hart en denken te blijven, moet je je laten conserveren door de vrede van God. Alleen zo kun je geestelijk gezond blijven. En voor dat conserveren is een eenvoudig recept: bidden en danken! Bidden voor dat wat we nodig hebben en danken voor dat wat Hij voor je doet en gedaan heeft.

Bidden en danken maken dat je gericht blijft op de bron van het leven en voorkomt dat je hart en gedachten worden aangetast door de verzuring die in onze samenleving aan de orde van de dag is. Om geestelijk te kunnen overleven, moeten we ons richten op God en dan zal Hij ons vervullen met Zijn vrede.

Bid en dank!

vrijdag 17 mei 2013

Pinksteren

Gods Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. (Romeinen 8:16 NBG)

Een geluid als van een geweldige windvlaag,
een huis vol Geest,
tongen als van vuur,
mensen vol Geest.

Mannen en vrouwen raken vol Heilige Geest
en waar het hart vol van is,
daar loopt de mond van over.

Onze geest wordt aangestoken door een vuur:
Gods Geest getuigt ons van de Zoon van de Vader,
van Jezus, mensenzoon,
van Jezus, Zoon van God,
van Jezus, opgestaan uit de dood!

Gods Geest overtuigt ons: jij,
ja, jij bent een kind van God!
Zeg maar 'Abba' tegen God,
zeg maar 'Papa' tegen de Vader.

En dan? Dan getuigt Gods Geest
met onze geest: wij,
ja, wij zijn kinderen van God!

Aan mensen die niet durven geloven
in God, die we Papa mogen noemen,
in Jezus, die onze dood liet sterven,
in de Geest, die ons troost.

Geloof het: dan ben jij,
ja jij, een kind van God!

dinsdag 7 mei 2013

Tussen Pasen en Pinksteren

... maar als Ik weg ben, zal Ik de Heilige Geest naar jullie zenden ... (naar: Johannes 16:7b NBV).

Wat een heerlijk feest, Pasen! De dood is overwonnen: de Heer is waarlijk opgestaan. Na het lijden de overwinning!

Wat zal er een blijdschap zijn geweest, toen de leerlingen hun Heer weer in hun midden hadden. Maar wat jammer dat die ontmoetingen telkens weer eindigden. Na de vreugde toch ook steeds de teleurstelling van het afscheid.

En na veertig dagen is het afscheid helemaal definitief: met Hemelvaart gaat de Heer terug naar de hemel en zijn leerlingen blijven achter.

Het feest was mooi, maar de volgende dag, de volgende week ... alles weer gewoon, de blijdschap verdwijnt. Het was net een droom, een mooie droom, maar als je wakker wordt ...

NEE, zegt Jezus. Pasen is geen droom die voorbij gaat, maar een permanent feest: de Opgestane Heer zendt zijn Geest om in ons te wonen. Niet voor even, maar voor altijd. Dat is de enige reden voor zijn vertrek, om die korte ontmoetingen in te ruilen voor een permanente inwoning in ons. En zo is Hij altijd bij ons, om ons te leren, te leiden, te troosten, kracht te geven ...

Voor wie dat dóór heeft, is het iedere dag Pasen: leven in de nabijheid van de Opgestane Heer.

dinsdag 5 maart 2013

Sterkte!


Toen begaf Jonatan, de zoon van Saul, zich op weg en ging naar David in Choresa. Hij versterkte zijn vertrouwen op God. - 1 Samuël 23:16. (NBG)

David en Jonatan. Twee echte vrienden. Twee mannen die elkaar trouw blijven ondanks alles. Die hun vriendschap niet ontlenen aan een gemeenschappelijk belang, maar aan een gemeenschappelijk geloof. Als Jonatan David opzoekt terwijl deze voor Saul de woestijn in is gevlucht, wenst Jonatan David sterkte. Niet op een goedkope manier. Kennelijk op zodanige wijze, dat David daar weer een tijdje op verder kan. Pastoraat, herderlijke zorg aan de herder, aan de Gezalfde des Heren. Een voorbeeld voor in de gemeente!

David en Jonatan
Een bijzondere vriendschap. David: de zoon van Isaï, een landbouwer uit Bethlehem. Jonatan: zoon van Saul, de eerste koning van Israël. David: herder en musicus, ‘toevallig’ ontdekt als krijgsheld, als vechter. Jonatan: kroonprins, volgens de verwachting de toekomstige koning. Geoefend in het krijgsvak. David: door God, via Samuël aangewezen als opvolger van Saul.

Wat bindt deze twee mannen samen? Niet een gemeenschappelijke achtergrond en niet een gezamenlijk doel. In tegendeel! Ze zijn afkomstig uit twee heel verschillende stammen van Israël. En hun toekomst bergt een groot conflict in zich. De kroonprins en de toekomstige koning kunnen niet anders dan met zorg toeleven naar een toekomst waarin hun belangen zullen botsen, ja waar voor een van beiden geen plaats zal zijn.

David en Jonatan zijn zich hiervan terdege bewust. David zal koning worden en voor Jonatan en zijn familie zal nauwelijks plaats zijn (zie 1 Samuël 20:12-17). Trouwens, ook koning Saul weet dat David zijn opvolger zal zijn (zie 1 Samuël 24:17-23). Saul vecht tegen deze situatie met al wat in hem is. Zijn streven is het om de toekomst naar zijn hand te zetten door David te doden. Wat zou er logischer zijn dan dat hij zijn zoon Jonatan aan zijn zijde vond in dat streven. Maar Jonatan en David blijven vrienden. Wat bindt hen? Hun gemeenschappelijke geloof in de God van Israël! Het zijn twee broeders in het geloof, die elkaar ondanks alles vasthouden en elkaar aanspreken in de Naam van God.

Sterkte!
Je zint in de put. Je ziet het niet meer zitten. Je hebt het gevoel dat je niet verder kunt. Dat je leven niet meer te leven valt. Of dat iedereen tegen je is. Dan opeens een hand op je schouder, een bezoekje bij je in het ziekenhuis. Eén woord soms maar: sterkte …

Zo moet David het bezoek van Jonatan hebben ervaren toen deze hem opzocht in de woestijn van Zif. Terwijl hij letterlijk en figuurlijk in het nauw zit, komt daar Jonatan aanzetten. Na een dagenlange tocht vanuit het paleis van zijn vader, die David naar het leven staat. Jonatan heeft begrepen dat David aan het eind van zijn latijn is. Daarom zoekt hij hem op, ondanks de risico’s en redenen om het niet te doen. Hij zoekt David op in de woestijn van Choresa en, zo lezen we in vers 16 van 1 Samuël 23: Hij versterkte Davids vertrouwen op God!

Sterkte! Een woord en een gebaar worden ervaren als een boodschapper uit de hemel. Zo werkt dat bij David, zo werkt het bij ons. Als een mens medemens blijkt te zijn in de woestijn van het leven en namens God een woord spreekt en een gebaar maakt. In het komen en spreken van Jonatan vanuit zijn geloof in de levende God wordt voor mij het wezenlijke van de herderlijke zorg zichtbaar.

Pastoraat aan de pastor
Pastoraat (=herderlijke zorg) aan David, de vroegere herder van de schapen van zijn vader en de toekomstige herder van het volk van God. Deze herderlijke zorg wordt verleend door een kroonprins, door een militair. Kennelijk is het ‘versterken van ons vertrouwen op God’ geen specialisme, geen professionele handeling.

In veel gemeenten is het mogelijk een voorganger vrij te stellen die, naast de evangelieverkondiging, de zorg aan broeders en zusters die een ‘woestijnperiode’ beleven, is toevertrouwd. Toch is hiermee het pastoraat ons niet uit handen genomen. Wij allen mogen als Jonatan bij de ander komen om – namens God – een hand toe te steken en een bemoedigend woord te spreken. Eventueel ook aan onze pastor, want ook hij kent woestijnperioden.

Het vertrouwen op God versterken
Hoe kunt je iemand vertrouwen op God versterken? Lang niet altijd kun je de situatie veranderen, waarin de ander verkeert. Alhoewel … er zijn talrijke voorbeelden van hulp die ervaren is als een geschenk uit de hemel. Dat varieert van een opvang van de kinderen in een tijd waarin het de ouders ‘boven het hoofd groeit’ tot het zoeken van werk voor een langdurig werkloze jongere. Het kan bestaan uit het voorlezen van een goed boek voor een slechtziende oudere, maar ook het een weg wijzen aan iemand die verdwaald is in het doolhof van officiële instanties. Maar meestal beperkt het zich tot een meelevend komen tot de ander. Het laat merken: ik begrijp iets van wat je meemaakt en … ik geloof dat God er is en er zal zijn, ook voor jou. En ik bid je toe dat je dat zult ontdekken en ervaren.

Kleine daden, weinig woorden, maar soms een wereld van verschil, een verschil van dag en nacht, omdat ze de hemel dichterbij brengen.