maandag 26 maart 2012

De aardse tent

Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin we wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. – 2 KorinthiĆ«rs 5:1 (NBV)

Kamperen: een tentje op de Veluwe. Geweldig … zo lang het mooi weer is. Maar o wee als het begint te regenen en vooral als het blijft regenen: natte voeten, natte spullen, kortom armoe lijden! Wat heerlijk als je dan thuiskomt in je eigen huis, heerlijk droog en warm. (Wat een armoede als zo’n tent je enige home is en voor miljoenen mensen is dat het geval!)

Met dat tentje wordt ons lichaam vergeleken. Je kunt erin wonen en zolang je gezond en mooi bent, heeft het wel zijn charme en genieten we ervan. Maar vroeger of later komt het moment dat het ‘mooie weer’ voorbij is of dat ons tentje begint te slijten en dan wordt het ‘armoe lijden’. Ook velen in onze gemeente hebben daar dagelijks mee te maken: door ouderdom, door lichamelijk of psychisch lijden merken ze dat de aardse tent wordt afgebroken.

Wat is het dan goed om te kunnen uitzien naar een eeuwig huis, niet door mensen ontworpen en gemaakt, maar door God zelf geconstrueerd. Een huis dat tevens ons thuis zal zijn: we zijn er van harte welkom!

En tot we naar huis kunnen, geeft God ons zijn Geest als onderpand (2 KorinthiĆ«rs 5:5) om ons moed te geven om door te gaan. En niet te vergeten: mensen om ons heen voor een steuntje in de rug, een helpende hand, een bemoedigend woord …

1 opmerking:

  1. Bedankt. God geeft ons precies wat nodig is. Hartelijke groet

    BeantwoordenVerwijderen